De Ooijpolder: een steenindustrieel “buitenmuseum”

Veldoven

De Ooijpolder en de Duffelt hebben mede vorm gekregen door de steenindustrie. Deze industrie heeft zich vanaf 1800 in dit gebied gesitueerd vanwege de grote hoeveelheden door de Rijn en de Waal afgezette klei. Nergens in Nederland is het landschap zó door de steenfabricage omgevormd als hier.
Rond 1850 stonden er tussen Nijmegen en Millingen aan de Rijn maar liefst 8 steenfabrieken, nu is er nog één werkende in Erlecom. Over een lengte van 11 kilometer langs de zuidelijke oever van de Waal kun je een uniek beeld van de steenindustrie krijgen.

Overblijfselen van de steenindustrie zijn onder andere:

  • een oude veldoven uit 1872 (oudste type uit de baksteenindustrie)
  • schoorstenen
  • droogloodsen
  • excavateur (klei bagger machine)
  • arbeiderswoningen
  • kleiputten
  • smalspoor tracés
  • aanlegsteiger voor het afvoeren van de stenen

De stichting Van Steen en Natuur heeft een aantal van die restanten gerestaureerd en zet zich in voor het behoud van de overige restanten.

De eerste stenen in de Ooijpolder werden in de open lucht gebakken in zogenaamde veldovens. Aan de Waalbandijk bij Groenlanden is er nog één te zien. Deze oven bestaat uit twee muren waartussen de stenen opgestapeld en gebakken werden. Door gaten aan de zijkant konden de stokers brandstof toevoegen. Na het bakken liet men de oven uitgaan, zodat de stenen eruit gehaald konden worden. De veldoven, ook wel Waaloven genoemd, had een capaciteit van 100.000 tot 1 miljoen stenen per brandperiode, die tussen de 3 en 10 weken lag.

Vanaf eind 19e eeuw werd de ringoven in gebruik genomen. Hierin konden de gebakken stenen hun warmte doorgeven. Het vuur werd door de ring geleid en bleef altijd aan. In de Ooijpolder zijn voornamelijk de veldoven en de ringoven in gebruik geweest.

Tiengeboden

Het gehucht ontleent zijn naam aan de tien gepleisterde arbeiderswoningen uit 1878. Zij waren gebouwd in twee rijtjes van vijf, met de kont (eventueel rug) tegen elkaar. De woningen hoorden bij de voormalige steenfabrieken langs de Ooijse Bandijk. De bewoners lieten een doorsnee zien van de beroepsbevolking in de Ooijpolder, kleine boeren en steenfabrieksarbeiders in één gemeenschap. Alleen de allerarmsten gingen de stenen in. Het werken op de steenfabriek gebeurde door het hele gezin, omdat het loon van de vader absoluut niet toereikend was om van te leven. In de winter hadden zij geen werk. Aanvankelijk bestonden de huisjes uit één kamer met een piepklein halletje. Onder de trap was de bedstee van de ouders, de kinderen sliepen onder de dakpannen. Een telling van 1880 levert voor de huisjes een aantal op van minstens 85 bewoners. De levensverwachting van een kind uit een steenbakkersgezin was in 1850 gemiddeld 32 jaar. De kindersterfte was schrikbarend hoog. Omstreeks 1925 werden de voor- en achter woningen aan elkaar gevoegd.

Mee met de zonnetrein

Wil je je goed laten onderdompelen in het steen-industriële verleden? Ga dan mee met de ‘zonnetrein’ van de stichting Van Steen en Natuur. Je kunt met een groep boeken (elke dag van de week) of van mei tot oktober een kaartje kopen voor een rondrit op zondag. De zondagse ritten starten om 12 uur vanaf Hotel ‘t Spijker in Beek.
www.steenennatuur.nl/Zonnetrein/

Tekst: Marcel Willemsen, stichting ‘van Steen en Natuur’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *