Plant uitgelicht: Robertskruid
Robertskruid (Geranium robertianum)
In open bossen en struweelranden kom je vaak de vrolijke roze bloemetjes van het Robertskruid tegen. Deze plant uit de geranium-familie houdt ervan om open plekken op te vullen met zijn aanwezigheid. In tuinen wordt het Robertskruid dan ook wel eens gezien als ongewenste gast en bestreden als onkruid, maar dat is toch te weinig eer voor dit bijzondere bloemetje.
De een- tot tweejarige plant kan tot 50 cm hoog worden. Robertskruid heeft een lange bloeitijd die loopt van april tot november. Je herkent de plant vooral aan de opvallende vijftallige donkerroze bloemen (altijd met twee aan een stengel), de opvallende vruchten met een lange snavel en de lichtbehaarde bladeren die dichterbij de grond enigszins rood kleuren.
Robertskruid in andere talen:
Engels: herb-Robert
Duits: Ruprechtskraut
Frans: Géranium Herbe à Robert
Italiaans: Geranio di san Roberto
Zweeds: Stinknäva
De vruchten
De vijftallige bloemen geven na de bloei een opvallende vrucht. Deze vrucht lijkt met wat fantasie op de snavel van een ooievaar, of beter een kraanvogel (geranos = kraanvogel). Het mechanisme van zaadverspreiding bij Robertskruid is erg opmerkelijk. Wanneer de vrucht verdroogt, springt de ‘snavel’ met kracht open waardoor de zaadjes tot wel 6 meter ver gekatapulteerd worden.
Eetbaarheid
De bloemen van Robertskruid staan decoratief op je bord. Ze zijn weliswaar eetbaar, maar de smaak is vrij bitter. Van de bladeren is thee te maken, maar ook deze geven een bittere smaak.
Geneeskrachtige toepassing
Aan de plant wordt al eeuwenlang geneeskracht toegeschreven. Monniken kweekten hem al lang in kloostertuinen. Alle delen van de plant werden gebruikt als bloedstelpend en desinfecterend middel. Het kauwen op verse bladeren (of het gorgelen met een thee van Robertskruid) zou behulpzaam zijn bij genezing van keelontsteking. De verdere lijst met kwalen waartegen het zou werken is indrukwekkend te noemen, o.a. nierstenen, oogontsteking, blaasontstekingen, chronische vermoeidheid en diarree. Van de kenmerkende geur kan je ook gebruik maken door vers geplukte en fijngewreven bladeren op je lichaam te smeren, dit zou muggen afstoten.
Naamgeving
Dan de naamgeving, wie was toch die Robert die zijn naam ontleende aan deze plant? Er zijn verschillende verklaringen voor:
-
- Het Etymologisch woordenboek houdt het op de botanicus Robert de Toulon, maar dat is ongetwijfeld een misvatting. Die beste man leefde in de 18e eeuw en de naam Robertskruid werd al in de Middeleeuwen gebruikt.
-
Een betere kandidaat is de heilige Robert de Molesme (1028-1111), de stichter van de kloosterorde der cisterciënzers. Hij wist veel van kruiden en wees al vroeg op de geneeskrachtige kenmerken van Robertskruid.
- Nog verder in de geschiedenis vinden we een andere heilige, aartsbisschop Rupert von Salzburg (650 – 718), die ook al goed op de hoogte was van de geneeskracht van het kruid.
- Een andere aannemelijke verklaring (zeker als je de Duitse benaming Ruprechtskraut bekijkt) is dat de naamgever de Knecht Ruprecht is. Deze voorloper van Zwarte Piet was het hulpje van Sint Nicolaas of de kerstman en had er veel plezier in om stoute kinderen te bestraffen.