Domaes Braber: bushcraft langs de Waal
Domaes Braber (1976) woont vlakbij de Waal in Tiel. Hij geeft workshops in ‘bushcraft‘, het leren herkennen en gebruiken wat de natuur te bieden heeft. “We staan niet los van de natuur, we maken er onderdeel van uit“.
Als kind was Domaes altijd in de natuur te vinden. “We woonden aan de rand van het dorp Strijen en ik deed niets anders dan beestjes zoeken, slootjes springen en hutten bouwen. Mijn fascinatie voor de natuur was niet vanzelfsprekend, want ik had daarin geen voorbeeld. Niemand in het gezin was ermee bezig.
Mijn vader was hoofd van een basisschool. Toen ik 9 jaar was kreeg hij een aanstelling in Tricht. We verhuisden naar de Betuwe en ik ben er nooit meer weggegaan.
Alles wat met de natuur te maken had verslond ik. Tijdens gezinsvakanties in Frankrijk was ik vooral op zoek naar reptielen. De programma’s van David Attenborough en andere BBC-documentaires waren verplichte kost. Het zal je niet verbazen dat ik op school biologie deed met twee vingers in de neus. Ik wilde er graag in doorstuderen, maar dat werd ontmoedigd door mijn omgeving. In plaats daarvan ging ik na school meteen werken. Met heel hard werken, veel functies en heel veel bijbaantjes dacht ik een carrière te maken. Het was het begin van een 20-jarige zoektocht naar het geluk.
Vier jaar geleden kreeg ik problemen. Mijn gezondheid liet opeens me in de steek, met onverklaarbare evenwichtsklachten. Toen ik voor werk in Amsterdam was werd ik niet goed. Alles kwam opeens vertraagd binnen. Ik stapte mijn auto uit en het leek alsof ik op een waterbed liep. Mijn collega’s moesten me komen halen.
Een periode van ziekenhuizen en onderzoeken volgde, maar de oorzaak werd nooit gevonden. Achteraf denk ik dat mijn lichaam me toen aangaf dat ik op de verkeerde weg was.
Het was een keerpunt in mijn leven. Ik besloot dingen te gaan doen die bij me pasten en waar ik energie van kreeg. En die hadden allemaal met de natuur te maken. Gewoon lekker erop uit, survival-weekends. Om me beter te kunnen concentreren ging ik handboogschieten – de traditionele variant zonder hulpmiddelen – en deed daarin mee met wedstrijden in het bos. Alles viel op zijn plek! Sindsdien is het leven één groot feest.
Ik zoek nu mijn eigen weg in de natuur en ben vooral op zoek naar wat de natuur te bieden heeft. Het interesseert me minder wat de wetenschappelijke naam is van bijvoorbeeld een wilg, maar wel wat het praktische nut ervan is. Uit een wilg kan je bijvoorbeeld een pijnstillend middel maken, van de bast kan je touw draaien en wilgenhout is uitermate geschikt om een vuurtje mee te maken.
We leven in een kennismaatschappij, maar mensen kunnen niets meer met die kennis. Ze denken dat de natuur vooral bedreigingen in petto heeft en zien niet meer het nut. Vooral na WOII zijn we door alle technische ontwikkelingen veel kwijt geraakt. Het is belangrijk om weer in te zien dat we niet losstaan van de natuur, maar dat we er onderdeel van zijn.
Kijk, als die boom daar geen ademhaalt, kan ik ook geen ademhalen. Dat maakt ons verbonden.
Gelukkig begint men daar nu weer meer voor open te staan. Ik leid sinds twee jaar mensen rond in speciale bushcraft workshops en dat slaat aan. Je moet eens kijken wat voor een impact het heeft als iemand voor het eerst zelf vuur maakt. De triomf! Vuur doet iets met je. Het geeft je het gevoel van veiligheid, rust en van thuis zijn. Bushcraft hoeft niet heel ingewikkeld te zijn. Je hoeft niet te beginnen met een dure uitrusting. Start gewoon met buiten wandelen, kijk goed om je heen en verwonder je. Mindfulness en bushcraft sluiten goed op elkaar aan.
De laatste jaren is er een mooie ontwikkeling te bespeuren langs de Waal. Als bijproduct van de waterveiligheidsprojecten is er nieuwe natuur ontstaan. De bever floreert. Kleinere bosschages worden gevarieerder en dat trekt weer meer wild aan. Vogels en plantensoorten keren terug. Dit jaar is er veel meer watermunt, ik heb er pas een heerlijke thee van getrokken.
Het lijkt me fascinerend als er meer van die nevengeulen komen. Je kan dan die meanderende stukken met de kano afgaan en kampementen opslaan om te overnachten.
Wees wel bewust: bushcraft is geen wildkamperen. Laat het gebied achter zoals je het ontvangen hebt.
Echte wildernis is er natuurlijk niet in ons land. Veiligheid en het gemak van de mensen gaan vaak voor. Er is een behoorlijke variatie aan planten, maar om jezelf helemaal te onderhouden is nog lastig.
Mijn wens is om nog eens door de woeste natuur van Scandinavië te trekken. Of Alaska in wintersetting, dat lijkt me fantastisch!
5 bushcraft-tips
1) Distels, de meeste mensen lopen er met een boog omheen. De stelen zijn echter goed eetbaar. Met name de bovenste 20 centimeter kunnen zó in de salade. Wel even de prikkels verwijderen met een mes uiteraard.
2) Weegbree is een wonderkruid. Google maar eens om de vele mogelijkheden te ontdekken. De vetachtige knoppen zijn als snack te eten en vormen een ware smaakexplosie die doet denken aan kastanje-champignons.
3) Wie zich prikt bij het plukken van bramen heeft de oplossing dichtbij. Kauw een bramenblad tot pulp en houd het tegen de wonde, het is meteen bloedstelpend.
4) In Hedera (klimop) zitten veel saponinen, zeepstoffen. Doe een paar bladeren met citroenschil in de blender en je hebt een eco-afwasmiddel.
5) Touw kun je heel goed maken van brandnetels. Verwijder de bladeren en draai daarne de vezels in elkaar tot een sterk touw.