De opmars van de breedbandgroefbij
Dat het met de bijenpopulatie in Nederland slecht gesteld is, zal iedereen wel weten. Toch zijn er bijensoorten die niet meedoen met de trend en hun areaal juist uitbreiden. Eén daarvan is de breedbandgroefbij (Halictus scabiosae). Tot voor een paar jaar geleden zag je die alleen in Zuid-Limburg, maar dat verandert in snel tempo. Ik stuitte in Wetland Passewaaij bij Tiel op een kolonie die zich genesteld had in een steilwand aan de Waal.
De breedbandgroefbij is herkenbaar aan de brede okergele haarbandjes op het zwarte achterlijf. De vrouwtjes zijn ongeveer even groot als een honingbij, de mannetjes zijn een heel stuk slanker. De bijen op de foto zijn dus allemaal vrouwtjes. Ze maken hun nestjes in de grond. De vrouwtjes worden bevrucht en gaan dan in winterslaap. Ze zullen met meerdere vrouwtjes in het nest overwinteren. Hopelijk gaat dat in Wetland Passewaaij goed, want er zijn maar weinig winters waarin dit stukje steilwand niet onder het hoge Waalwater verdwijnt.
Gevaar van boven
Het hoogwater zal niet het enige gevaar zijn. Rond het nest van de bijen zwierf een ander – gevaarlijk uitziend – insect rond: de bijenwolf (zie foto links). Die heet zo omdat de vrouwtjes van deze soort bijen vangen. Dat doen ze door erboven te gaan vliegen en op het juiste moment toe te slaan. De verlamde bijen worden dan in het nest van de bijenwolf gebracht om te dienen als voer voor de larven. De mannetjes bijenwolven willen niets weten van deze gruwelijke parktijken, die houden het liever bij nectar.
Tekst en foto’s: Jan van den Berg