Castellum Mannaricium opgebaggerd uit zandwinput
3 mei hadden Jan en ik een voorbereidend gesprek voor de Ontdekkingstocht bij Maurik. We spraken André van Ingen, voorzitter van het Archeologisch Centrum Rivierenland en bestuurslid Annemarie Walravens op het Eiland van Maurik. Op deze plek stond ooit een steenoven, nog langer geleden liepen hier de Romeinen rond.
André zet zich al 50 jaar in voor de archeologie, hij kreeg er niet voor niets onlangs een koninklijke onderscheiding voor! Het Eiland van Maurik is de plek waar zijn carrière in de archeologie startte. In 1972 werd hier een toevalsvondst gedaan. Bij aanleg van de zandwinput werden talloze voorwerpen opgebaggerd, die afkomstig bleken te zijn van het Romeinse Castellum Mannaricium. Dakpannen, tufsteen, munten, fibula’s, een Romeinse trompet, een bronzen vaas, medische gereedschappen, aardewerk en meer gingen door de handen van André en collega’s.
De baggeraars verkochten vondsten en een deel kwam terecht in het Streekmuseum Baron van Brakell (Ommeren) en in het Flipje- en Streekmuseum (Tiel). Het meeste ligt in depot.
Het castellum is in het jaar 70 na Christus gebouwd ter verdediging van de Romeinse grens, de Limes. Het was ongeveer 60 bij 100 meter groot. Er zijn onderdelen van meerdere stenen woonhuizen en een badhuis aangetroffen. Dit was een militair ondersteuningspunt, wel 9 legioenen hebben hier over een lange tijdspanne verbleven.
De Rijn was een belangrijke transportweg richting Engeland, waar de Romeinen tin en ijzer haalden. Vlak ten zuiden ervan lag de Limesweg. Dit was eerst een transportweg en deze werd later met name voor militaire doeleinden gebruikt. Erlangs werd handel gedreven.
André wist ons zoveel te vertellen, hieronder volgt enige interessante informatie.
- De Romeinse schutters gebruikten pijlen met ijzeren punten. Deze konden ze op mensen aan de overkant van de rivier schieten. Maar de Friezen aan de overkant konden hen ook raken.
- Bij de opgraving zijn 2 scherven met een Romeinse naam gevonden, de eerste bewoner van Maurik (wordt vervolgd…).
- De Bataven (die in de Betuwe leefden) waren uitstekende paardenfokkers, handelaren en ruiters. Zij verkochten paarden aan de Romeinen. En ze konden strijdend te paard de rivier oversteken.
- Julius Caesar is hier ook geweest.
Binnenkort mogen we bij André thuis vondsten komen bewonderen…
Emmie Nuijen, 11 mei ’24
Afbeelding: schoolplaat van Johan H. Isings.