De trouw van de kauw
Vandaag onder de aandacht: de kauw (Corvus monedula). Kauwen vallen niet zo heel erg op in het landschap, maar als je ze beter bekijkt zie je dat het wonderlijke vogels zijn. De kauw onderscheidt zich van ‘normale’ kraaien door de grijze kleur van de zijhals. Hij is ook kleiner dan de meeste kraaiensoorten.
De kauw is een monogaam dier en blijft z’n hele leven trouw aan dezelfde partner. Ze zijn dan onafscheidelijk. Zelfs in groepsverband blijven de paartjes nog herkenbaar. Let er maar eens op, een kauw zonder partner zie je zelden.
Hij eet alles wat hem voor de snavel komt, van insecten en spinnen tot aan karkassen van overreden dieren en afval. Maar soms heeft hij ook een vegetarische bui en doet zich dan tegoed aan fruit en zaden. Een opvallend kenmerk van kauwen is dat ze enorm gericht zijn op het delen van hun voedsel. De reden hiervoor is nog onduidelijk. Misschien zijn ze erachter gekomen dat de groep als geheel er beter van wordt. En dat is dan behoorlijk slim.
Dat laatste zou best kunnen, want de kauw is een bijzonder intelligent dier. Dat is ook één van de redenen dat ze vroeger wel als huisdier werden gehouden. Vooral als ze al jong met de mens in aanraking komen kunnen ze erg tam worden. En ook erg aanhankelijk. Soms zelfs té erg, als ze hun baasje gaan zien als hun partner en nooit meer bij hem weg willen.
De vogel heeft de beschikking over een uitgebreid vocabulaire, onderzoekers hebben ontdekt dat kauwen een soort taal kennen, met bepaalde geluiden voor verschillende situaties. Maar ze voelen zich toch het prettigst bij de uitroep ‘kauw kauw’.