Boek over de Mauritslinie gepresenteerd
Het verhaal van de Mauritslinie is een stukje vergeten vaderlandse geschiedenis, maar daarom niet minder boeiend. Langs de Nederlandse rivieren stonden in de Tachtigjarige Oorlog tientallen torens en andere verdedigingswerken. Deze linie was van cruciaal belang in de strijd tegen de Spanjaarden. Alle torens zijn in de loop der tijd verdwenen, maar de verhalen blijven. Reden voor een boek!
Stichting Onze Waal heeft zich tot doel gesteld om deze verloren gegane geschiedenis weer tastbaar te maken. Dat gebeurt op verschillende manieren, in Bemmel is al één toren teruggekeerd. Ook op andere plaatsen zijn projecten gerealiseerd die verwijzen naar de Mauritstorens. Het schrijversduo Wim Huijser en Rien van den Heuvel is in de pen geklommen en het resultaat is op 23 november gepresenteerd in Tiel: het boek ‘De Mauritslinie’.
Het boek kost 22,50 en is te koop bij de uitgever: www.picturespublishers.nl.
Op de foto: Louis Dolmans (voorzitter Stichting Onze Waal, links) reikt het eerste boek uit aan Henk Driessen van Waterschap Rivierenland (foto Jan van den Berg)
DE MAURITSLINIE, strategisch steekspel langs de Waal
Auteurs: Wim Huijser en Rien van den Heuvel
Pictures Publishers
ISBN 978-94-92576-25-5,
168 pagina’s, rijk geïllustreerd en gebonden.
I.s.m. Stichting Onze Waal
In de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) vormde de Mauritslinie de zuidelijke begrenzing van de Noordelijke Nederlanden. De grens liep langs de grote rivieren, met name langs de Waal. In de strijd van de Nederlanden om zich van het Spaanse juk te bevrijden werd hier een verdedigingslinie van versterkte steden, schansen, forten en wachttorens aangelegd. Ze waren bedoeld om vijandelijke bewegingen en invasies van de Spanjaarden te verhinderen en plunderaars tegen te houden. Prins Maurits en zijn opvolger Frederik Hendrik keken daarvoor goed naar de strategie van de Romeinen, voor wie de limes ooit de noordelijke begrenzing van hun Romeinse Rijk vormde. Zowel de Romeinen als de Staatse legers ten tijde van de Opstand gebruikten de rivieren als hun voornaamste bondgenoot.